Tenerife

Om 8:15 zat ik fris en monter – of toch monter – op de trein richting luchthaven. Om 11:25 stond de meet the group op het programma, strategisch georganiseerd bij de EHBO-post. Handig, want zo konden eventuele paniekaanvallen over “Oh nee, wat als ik de enige rare vogel ben?” direct behandeld worden. Gelukkig leek iedereen bij de eerste kennismaking helemaal oké.

Na 4,5 uur vliegen landden we op Aeropuerto de Tenerife Sur, in het zuiden van Tenerife. Buiten werden we verwelkomd door een staalblauwe lucht en een heerlijk warme zon – veelbelovend! Helaas was onze gids, Maarten, minder zichtbaar dan het goede weer. Hij leek even opgenomen in de lokale mañana, mañana-mentaliteit en was nergens te bespeuren. Maar ach, we zijn in het zuiden. Een beetje chaos hoort erbij, toch?

Toen hij uiteindelijk opdaagde, stond ons nog een ritje te wachten. We logeren namelijk in het noorden en omdat de vulkaan midden in het eiland zit, moesten we er helemaal omheen rijden. Na een uurtje toeren kwamen we aan in Los Realejos, bij een oud, schattig hotelletje met de passende naam Hotel Rural. De kamerverdeling was al op voorhand door Anders Reizen gemaakt, mijn kamergenote bleek de oudste van de groep maar tot mijn grote vreugde snurkt ze niet.

Het avondeten werd in het hotel geserveerd: soep, vis en soort van flan caramel. Niet spectaculair, maar na een dag reizen smaakte het als een Michelin-maaltijd. Met een volle maag en een goed gevoel dook ik mijn kamer in, klaar voor de avonturen die zouden volgen.

De dag begon al fantastisch: ontbijten op een zonnig terras. Dit is Tenerife op z’n best. Maarten kondigde aan dat vandaag een opwarmertje was. Altijd verdacht, zo’n uitspraak van een gids. Maar hij loog niet. Het was een aangename wandeling met net genoeg bergop-bergaf om ons te laten voelen dat we daadwerkelijk iets deden.

Het landschap was heel mooi en gevarieerd. Soms leek het of de lava net was gestold en we zomaar een vulkaanuitbarsting hadden gemist. En dan die kleuren! Het intens groen van de dennenbomen naast de diepzwarte lavagrond zorgde voor een contrast dat zelfs de beste Instagramfilter niet kan nabootsen.

In totaal legden we 17 kilometer af met een hoogteverschil van ongeveer 400 meter. Niets wat ons een halleluja-momentje opleverde, maar wel genoeg om ons op een lunchuitzicht op de eilanden La Gomera en La Palma te trakteren.

Vandaag stond de tweede wandeldag op het programma, en zoals verwacht was het een tandje pittiger dan gisteren. Met 680 meter stijgen én weer dalen mocht ik mijn knieën alvast bedanken dat ze me deze uitdaging vergeven.

Het landschap was opnieuw een schot in de roos, volledig anders dan gisteren. Weg met de lava en zwarte gronden, vandaag kregen we een mix van geurige dennenbossen en vetplantjes die zich overal tussen wurmden.

Na de wandeling gingen we richting zee. De stranden hier zijn met pikzwart zand. Speciaal maar wel heel mooi. Er zit ook een lichte schittering in het zand. Uiteraard kon ik het niet laten om een klein beetje van dat zwarte goud mee te nemen voor mijn verzameling thuis.

Vandaag starte met 850 meter dalen naar een pittoresk restaurantje aan de zee. Prima te doen, zou je denken, tot je je realiseert dat je diezelfde 850 meter na de lunch, met een volle maag, ook weer omhoog mag stappen. De wandeling was wel heel mooi.

Bij de auto aangekomen waren we collectief uitgeput. De terugrit naar het hotel verliep in doodse stilte, alleen onderbroken door het gezoem van de airco en af en toe een verdwaalde zucht. Het was een mooi moment van groepssolidariteit: niemand had nog energie om zelfs maar een zin te formuleren.

Oudejaarsavond begonnen we met een diner in het hotel en we vertrokken daarna om 22u richting La Orotava, waar de festiviteiten in volle gang waren. Eerst een beetje gedanst op een marktje waar een Spaanse schlagerzanger zijn zangkunsten ten gehore bracht. Om 23u30 kwam er gratis cava op het marktpleintje iets verderop, en dat was het moment dat we ons écht voorbereid gingen voelen voor de grote countdown. Iedereen verzamelde zich rond de kerktoren, klaar voor de Spaanse traditie van de twaalf druiven. Klokslag middernacht eet je twaalf druiven, één voor elke klokslag en elke maand geluk. Simpel, zou je denken. De eerste paar klokslagen gaan nog vlot, maar dan begint de chaos. De druiven stapelen zich op in je mond als een fruitige versie van Tetris, en voordat je het weet, balanceer je tussen geluk en slappe lach met verstikkingsgevaar.

We sloten de avond af met een beetje zingen en dansen op het pleintje met onze eigen DJ Spotify. We waren de enigen die toen nog dansten, wat een hoop bekijks opleverde.

Vandaag had Maarten ons een ‘recuperatiewandeling’ beloofd, maar hij had zich een beetje vergist… De klim van 400 meter was allesbehalve een zachte herstelwandeling. Het was behoorlijk zwaar, maar het uitzicht bovenaan was fenomenaal! En de afdaling? Die was even prachtig als de klim zwaar was. Het was de mooiste wandeling tot nu toe.

Op het einde van de wandeling stond er een rubber speedboot klaar om ons terug naar de bewoonde wereld te brengen. Wat een hilarische tocht! De golven waren behoorlijk hoog, waardoor we telkens uit ons “stoeltje” vlogen. Goed vasthouden was de boodschap!

Lastig, maar absoluut de moeite waard. Het zwaarste van alles was echter de nacht in de berghut – echt, dat was ‘my worst night ever’. En blijkbaar was ik niet de enige, want niemand had een oog dichtgedaan. De berghut zelf was op zich prima, maar de bedden waren allesbehalve luxe en de matrassen lieten weinig tot de verbeelding over. Maar goed, het was gelukkig maar voor 1 nacht.

We moesten alles meenemen van beneden en alles weer naar beneden terugbrengen, inclusief het afval. Een man in het gezelschap had het briljante idee om spaghetti te maken voor het avondeten, met veel groenten. Dus ja, die groenten moesten allemaal mee naar boven, samen met de pasta, en ons ontbijt voor de volgende dag. En dan hadden we ook nog minstens drie liter water per persoon nodig – dus je kunt je voorstellen hoe zwaar die rugzakken werden! Maar wat heeft die spaghetti gesmaakt!

Na een slapeloze nacht was ik blij dat we om 4u45 mochten opstaan, om 6u vertrokken we richting de top. De zon kwam pas op om 8u maar we moesten toch snel doorstappen. Het duurde zo’n twee uur om van de berghut naar de top te wandelen, maar we bereikten hem net op tijd. Helaas, geen wolken onder ons die een wit dekentje vormden, dus de typische internetfoto met de top boven de wolken was voor ons niet weggelegd. Ach, dan maar een foto zonder wolken – het uitzicht was alsnog indrukwekkend.

De afdaling ging niet helemaal zoals gepland. Bij de kabellift werden we tegengehouden omdat de route gesloten was wegens teveel ijs. We waren net een kwartier te laat – als we eerder waren geweest, hadden we nog door gemogen, maar helaas. Dan maar met de lift naar beneden. Je kunt niet alles hebben!