Laugavegur trail

cof

In de zomer van 2020, na de eerste coronagolf, leek een wandelvakantie in IJsland, met frisse lucht en meer schapen dan mensen per vierkante kilometer, de perfecte ontsnapping.

Samen met een vriendin boekte ik deze trail via Travelbase.

De reis begon met een treinrit van 4u naar Schiphol, netjes ingepakt in een mondmasker. Eenmaal op de luchthaven mocht het mondmasker af. Helaas was die opluchting van korte duur, want op het vliegtuig naar IJsland moest het masker weer op.

In Reykjavik aangekomen, begon het echte avontuur: in de rij aanschuiven voor mijn allereerste coronatest. Eerst met een staafje diep in mijn keel en daarna nog eens in mijn neus, zo hoog dat ik dacht dat ze mijn hersenen zouden aantikken. Binnen 24 uur zouden we de uitslag via een berichtje ontvangen. In tussentijd mochten we gaan en staan waar we wilden, zonder mondmasker, zonder afstandsregels, alsof Corona niet bestond.

Na een lange reisdag kwamen we om 18u30 eindelijk aan bij onze guesthouse. Om er te geraken, hadden we slim besloten om de lijnbus te nemen in plaats van de rechtstreekse toeristenbus, voor de goedkoop. Resultaat? Een gratis sightseeingtour door Reykjavik én onze eerste stunt van de week: vergeten op het belletje te drukken voor onze halte. In plaats van 600 meter wandelen, werd het 1200 meter. Ach ja, zo hadden we wél alvast het stadhuis en de iconische Hallgrímskirkja gezien.

De Hallgrímskirkja is een van de bekendste bezienswaardigheden in Reykjavik en heel IJsland.

De kerk is ontworpen door de IJslandse architect Guðjón Samúelsson en geïnspireerd op de vormen van basaltlava, een kenmerkend landschap in IJsland. De bouw begon in 1945 en duurde maar liefst 41 jaar.

Met een hoogte van 74,5 meter is het een van de hoogste gebouwen in IJsland.

De guesthouse Nordurey bleek volledig “zelfservice” te zijn. Geen receptie, alleen een code om binnen te komen en een cijferslot om de sleutel te bevrijden. Even puzzelen, maar uiteindelijk zaten we in onze kamer: klein, maar netjes, net als het gemeenschappelijke sanitair dat – bonus! – volledig verlaten leek. Geen andere gasten te bespeuren. Het voelde bijna als een privéhotel.

Scheel van de honger trokken we eropuit, maar het dichtstbijzijnde restaurant bleek gesloten. Geen probleem, het tweede op de lijst was een charmant hamburgerrestaurant met bruine kroegsfeer. We lieten het ons smaken alsof het een vijfgangendiner was.

Nog een laatste goede nachtrust meepikken in een warm bed. De volgende vijf nachten wordt het een koude tent en een hard matje. Fingers crossed dat we morgenvroeg onze negatieve testresultaten hebben, zodat we écht zorgeloos aan het avontuur kunnen beginnen.

Vandaag stond Reykjavik in de schijnwerpers tijdens een stevige stadswandeling van 10 kilometer. Ik vond deze gevarieerde wandelroute via Reisroutes.be.

De tocht begon met een hernieuwde blik op de imposante Hallgrímskirkja, waarvan de toren als een kompas boven de stad uittorent. Daarna door de kleurrijk geschilderde regenboogstraat en Laugavegurstraat naar het Höfði House.

In het Höfði House hebben o.a. consuls, ambassadeurs, dichters en kunstenaars gewoond. Sinds 1967 is het de ontvangsthal van de burgemeester en de locatie voor stadsrecepties. Het werd eind jaren 1800 ontworpen in Oost-Noorwegen en geëxporteerd naar IJsland.

Aan de waterkant staat het Höfði Lighthouse.

Even verderop staat de Sólfarið of Sun Voyager. Dit kunstwerk van Jón Gunnar Arnason lijkt op een Vikingschip maar dit was niet de oorspronkelijke bedoeling. Het is een droomboot en een ode aan de zon. Het vertegenwoordigt de belofte van onontdekt gebied en een droom van hoop, vooruitgang en vrijheid.

Bij de haven staat het Harpa concert- en congrescentrum. Dit moderne gebouw werd ontworpen door de Deense architect Henning Larsen in samenwerking met Olafur Eliasson. Het gebouw telt 1800 zitplaatsen en is de thuisbasis van het Ijslands Symfonieorkest.

Met de bouw werd begonnen in 2006, maar door de kredietcrisis die IJsland in 2007-2008 extra hevig trof, werd de bouw stilgelegd en het zag ernaar uit dat de grote bouwput in het centrum bij de haven voorgoed leeg zou blijven. Uiteindelijk werd besloten het prestigieuze gebouw alsnog te voltooien. Het openingsconcert werd gehouden op 4 mei 2011.

De volgende bezienswaardigheid was het stadhuis, met zijn prachtige ligging aan het Tjörnin-meer.

De architecten hebben dit gebouw opgevat als een interface waar de contrasten van de natuur en de stad samenvloeien tot een complex, driedimensionaal gebouw. Aan de noordkant is het gebouw, dat de politieke functies huisvest, massief en orthogonaal, beïnvloed door de door de mens gemaakte regelmaat van de gebouwen in het Kvos-district. Aan de zuidkant heeft het kantoorgebouw een ander en lichter uiterlijk. Werkruimtes en conferentieruimtes openen zich naar het zuiden richting het meer.

In 1986 schreef de gemeenteraad een open competitie uit voor een stadhuis. In totaal werden 38 voorstellen ingediend en de jury maakte hun beslissing in juni 1987 bekend. De eerste prijs ging naar een voorstel van twee jonge architecten, die beiden in 1984 waren afgestudeerd aan de Architectural Association School of London. De bouw van het stadhuis van Reykjavik begon in 1988 en werd op 14 april 1992 geopend.

Het Tjörnin-meer is bij de IJslanders bekend om de vele soorten eenden, ganzen en andere watervogels die er verblijven. Het is niet helemaal duidelijk waar het water in het meertje vandaan komt, maar een gedeelte is van ondergrondse bronnen afkomstig. Ook loopt er ondergronds een afvoerkanaal naar zee.

‘s Avonds werden we verwacht in een busstation aan de rand van de stad. Je positie op de bus werden bepaald door de coronatest: de mensen met een negatieve uitslag mochten zonder mondmasker vooraan in de bus zitten, terwijl de rest met mondmasker achterin moesten kruipen. Gelukkig had iedereen tegen het einde van de rit een negatief resultaat ontvangen.

De busrit zelf was een avontuur op zich. De bus kraakte en piepte, alsof hij ieder moment uit elkaar kon vallen, maar dat weerhield ons niet van het genieten van het ene wauwmoment na het andere. Achter elke bocht leek er een nieuw, adembenemend uitzicht te verschijnen.

Na een rit van +/- 3,5u kwamen we rond 21u30 aan in het basecamp: Camping Landmannalaugar. Daar werden we meteen geconfronteerd met een groepsmoment dat we niet hadden zien aankomen: we moesten in een cirkel gaan staan om ons voor te stellen! Eerlijk, ik was gewoon hier om te wandelen en niet om ineens een sociale vlinder te worden. Maar goed, er was geen ontkomen aan. Een moment van zelfreflectie: ik moet echt iets doen aan mijn sociale vaardigheden!

Daarna kwam de logistieke chaos: in een rij staan om onze gehuurde spullen uit de bus te halen en dan een plekje zoeken tussen de stenen om de tent op te zetten. Het was een zogenaamde “3-persoonstent”, maar met z’n tweeën moesten we al schikken, en de rugzakken moesten buiten liggen – lekker knus.

Het was inmiddels al 23u en nog steeds klaarlichte dag, in juli gaat de zon nooit helemaal onder, benieuwd wat dit zal geven in een tent. Ik had alvast een ooglapje mee.

Na het opzetten van de tent, besloten we de hotspring pool te testen – waarschijnlijk de enige kans die we zouden krijgen. Het water was niet zo heet als we hadden verwacht, en toen we eruit kwamen, werden we onmiddellijk geconfronteerd met de IJslandse kou. Brrrrr!

Vandaag was een fantastisch mooie hike maar best pittig! Er zaten enkele flinke stukken bergop, en als kers op de taart moesten we ook nog door smeltende sneeuw ploeteren. Maar de vergezichten maakten alles goed. De zon scheen bijna de hele dag, wat alles net dat beetje mooier en leuker maakte.

Maar tegen de tijd dat we bij de kampplaats aankwamen, kwam er een ijzige wind opsteken. Koud! Heel koud. Na het opzetten van de tent was er maar één prioriteit: thee maken om ons op te warmen.

Om 18u besloten we nog de berg op te klimmen die bij onze kampplaats lag. Het was lekker actief, maar ook gewoon een excuus om het wat warmer te krijgen. Daarna was het tijd om de buik te vullen. De adventure-food met pasta met zalm was niet bepaald Michelin-sterrenmateriaal, maar het vulde de maag wel.

De rest van de avond hebben we ons veilig in de tent verscholen. We kwamen alleen nog buiten voor een snelle toiletbeurt en tandenpoetsen. Het was gewoon te koud om iets anders te doen. Ik vrees dat de nacht wel eens bibberen zou kunnen worden, maar gelukkig had ik de warme slaapzak en mijn fleecedekentje als redding.

Vandaag was een superleuke dag. We begonnen de ochtend om 9u met een briefing en opwarming, en om 9u30 was het tijd om de wandelschoenen aan te trekken en te vertrekken. Zoals de Nederlanders het zeggen: we gingen lopen.

We zijn met 24 mensen, waarvan slechts 4 Belgen, maar we voelden ons goed als “buitenlanders”! Het is een begeleide reis, we hebben maar liefst 5 gidsen mee.

We werden opnieuw getrakteerd op fantastische landschappen en sneeuwbruggen! Een beetje tricky, maar als je het met de juiste dosis vertrouwen (en een beetje avontuur) aanpakt, kom je er levend vanaf.

De kampplaats lag op een prachtige locatie, aan een meer en er wachtte iets bijzonders: een bar! Deze keer geen saaie plek, maar een bar waar we echt even konden ontspannen. In de groep hadden we een jarige die we natuurlijk niet zomaar konden laten passeren. Een wijntje in de bar was het begin van een gezellige avond. Voor we het goed en wel beseften zaten we allemaal lekker dicht bij elkaar, in een veel te kleine bar. Even corona vergeten en samen genieten van de avond.

De dag begon veelbelovend: een zonnetje, geen wind en een aangename temperatuur. Perfect wandelweer! Om 9u vertrokken we vol goede moed. Maar het weer in IJsland is natuurlijk altijd een beetje… grillig.

Het eerste avontuur diende zich al snel aan: een riviercrossing. Tot aan de enkels door ijskoud water ploeteren was nog wel te doen – een frisse wake-up call zeg maar. Maar de tweede oversteek, een uurtje later, was andere koek: tot aan de knieën in water dat zo koud was dat het pijn deed.

Net toen we ons weer in beweging hadden gezet, begon het lichtjes te regenen. Eerst wat motregen maar daarna kwamen de stevige regenvlagen. Lunchen lukte gelukkig net tussen twee buien door. De namiddag was door de miezer over zwarte lavastenen, dat zorgde toch wel voor een speciale sfeer.

Om 14u30 arriveerden we op de camping, een plek met een prachtige ligging… althans, dat vermoeden we. Door de regen kwam er weinig van de schoonheid tot zijn recht. Het was een kwestie van snel de tent opzetten en de slaapzak in kruipen om wat op te warmen.

Er stond nog een wandeling naar een kloof op de planning, maar die werd afgeblazen vanwege het weer. Toch besloten we na het avondeten met een paar dapperen een bergtop te beklimmen om het magische uitzicht te bewonderen. En jawel, toen we boven aankwamen, lag alles onder een dikke laag mist. Zicht weg. Mission failed. We hebben het gelaten voor wat het was en keerden terug naar de tent.

Deze ochtend gaf ons toch nog de kans om de kloof te bezoeken die we gisteren hadden moeten missen. En ja, het was redelijk indrukwekkend. Zo’n plek waar je even stilstaat en beseft hoe klein je bent te midden van de natuurpracht. Een mooie start van de dag!

Daarna stond de laatste wandeldag op het programma, met Pórsmörk als eindpunt. Het weer werkte volledig mee – zonnig en helder, een cadeau op de laatste dag. De route trakteerde ons opnieuw op adembenemende landschappen.

Het was vooral een kwestie van afdalen, wat op papier misschien makkelijk klinkt, maar na dagen wandelen voelde je het toch goed in de benen. De vermoeidheid begon zijn tol te eisen, maar dat hield ons niet tegen om van elke stap te genieten.

Bij aankomst in Pórsmörk was er een mix van trots, opluchting en misschien al een beetje heimwee naar het avontuur. De hike zat erop, maar de herinneringen blijven.

De laatste dag van ons IJslandse avontuur begon met een hoogtepunt. We bezochten de Seljalandsfoss, een van de meest iconische watervallen van IJsland. Het mooiste eraan? Je kunt er achterdoor wandelen terwijl de watermassa met donderend geweld naar beneden stort. Gelukkig hadden we regenjassen aan, want droog blijven is hier niet echt een optie.

Na dit natuurwonder was het tijd om terug te keren naar Reykjavik. De terugrit was een mix van uit het raam staren, nagenieten van het avontuur en proberen niet in slaap te vallen na alle inspanningen van de afgelopen week.

Eenmaal terug in Reykjavik voelde het vreemd om weer in de bewoonde wereld te zijn. Geen tenten meer, geen riviercrossings, geen magische landschappen om elke hoek. Maar ook: een warme douche, een echt bed en misschien wel iets lekkers te eten. We hadden geboekt in de leuke Kex Hostel.

De laatste dag van onze reis begon onmenselijk vroeg: om 3u ging de wekker. Niet bepaald het tijdstip waarop je uitgerust wakker wordt, maar goed, het was tijd om huiswaarts te keren. Om 4u pikte de Flybus ons op voor de rit naar de luchthaven.

Op de vlucht van 7u40 richting Schiphol hebben we vooral één ding gedaan: geslapen. De adrenaline van de afgelopen dagen was verdwenen en de vermoeidheid nam volledig over. Zelfs het opstijgen kon ons niet meer wakker houden.

Aangekomen op Schiphol werden we getrakteerd op vier uur wachten. Daarna stapten we op de Thalys richting Antwerpen – opnieuw een slaapmarathon, want onze batterijen waren nog lang niet opgeladen. In Antwerpen was het nog overstappen op de trein naar Ieper voor nog eens 2 uur reizen. Om 21u45 moe maar voldaan terug thuis.