West Highland Way

Ik had al lang het idee om eens een soloreis te maken. Gewoon om te voelen hoe het is om volledig op mezelf aangewezen te zijn. Geen gezelschap om rekening mee te houden, geen compromissen, alleen ik en mijn eigen tempo. Maar eerlijk is eerlijk: de gedachte van compleet alleen zijn vond ik ook een tikje eng. Toen ik las dat de West Highland Way, een beroemde wandelroute in Schotland, elk jaar zo’n 50.000 wandelaars trekt, leek dat me de perfecte middenweg. Solo, maar met een veiligheidsnet van mede-wandelaars. Ideaal!

Met dat plan in mijn hoofd stortte ik me op de voorbereidingen: reisblogs lezen, geschikte overnachtingsplekken vinden, mijn vluchten en busritten regelen, en twijfelen of ik met volle bepakking zou lopen of toch voor bagagevervoer zou kiezen.

De overnachtingen zocht ik op booking.com, waarna ik rechtstreeks met de uitbaters mailde om effectief te boeken. De vluchten deed ik via Skyscanner en het bagagevervoer met Travel-Lite. De busreizen boekte ik via Rome2Rio.

Ik besloot te gaan de week na Pasen omdat ik dan 1 dag minder verlof moet nemen en omdat ik gelezen had dat april normaalgezien een droge maand is in Schotland. Ik had in totaal 9 dagen ter beschikking dus ik besloot niet de volledige trail te doen maar te starten vanaf de etappe 4 die start in Inverarnan.

De vlucht was geboekt met Ryanair en vertrok vanuit Charleroi Airport. Vanuit West-Vlaanderen is daar geraken met het openbaar vervoer een bijna onmogelijke missie. Gelukkig kwamen mijn twee lieve vrienden als redders in nood. Toevallig vertrokken zij die dag ook op autovakantie, en ze waren zo vriendelijk om mij op tijd af te zetten op de luchthaven.

Zoals dat gaat met Ryanair, vertrok het vliegtuig met een uurtje vertraging. Maar dat was niet erg want ik had in Glasgow voldoende tijd voorzien om de bus te nemen richting Ardlui waar ik een Walkers Bothy had gehuurd. Dit is een soort houten ton met aan weerszijden een bed, heel gezellig. De zon scheen, maar het was best fris buiten. Gelukkig had de Bothy een elektrisch vuurtje, zodat ik het lekker warm kon maken. De matrassen waren helaas nogal hard, maar omdat ik alleen sliep, besloot ik de matrassen op elkaar te leggen voor wat extra comfort.

De Bothy’s staan op de camping naast het Ardlui Hotel. Diner en ontbijt waren niet inbegrepen in de prijs van 40 Britse Pond maar kon wel in het restaurant van het hotel.

Mijn buren, 2 oudere vrouwen met een zoon, moesten met 3 in zo’n Bothy slapen, dat was ongetwijfeld heel erg krap.

Ardlui is een klein gehuchtje aan het hoofd van Loch Lomond.

lengte: 23,2 km – hoogtemeters: 640m stijgen – 420m dalen

De eerste nacht in de Walkers Bothy was… een ervaring. Het slapen in zo’n ton was toch minder comfortabel dan ik me had voorgesteld. Het bed leek meer op een matje in een tent dan op een echt bed. Maar goed, ik voelde me verrassend fris toen ik opstond, dus blijkbaar heb ik toch voldoende slaap gehad.

Tegen 9 uur moest mijn koffer naar het berghok bij de receptie voor het bagagevervoer. Geen probleem, dacht ik. Maar ik had nog geen label ontvangen en er waren ook geen labels meer beschikbaar. Lichte paniek! Ik was een beetje in stressmodus of mijn koffer wel in het juiste hotel zou belanden. Gelukkig stelde de receptioniste me gerust: ze zou persoonlijk toezien dat mijn tas bij de juiste transporteur kwam, want er bleken twee bedrijven te zijn die het bagagevervoer regelen. En ja hoor, toen ik in Tyndrum aankwam, stond mijn koffer netjes klaar. Wat een opluchting!

De wandeling zelf was adembenemend mooi. ’s Ochtends vertrok ik met de overzetboot van 10 uur over Loch Lomond, zodat ik de West Highland Way, die aan de andere kant van het meer liep, kon beginnen. Het kostte 5 pond om de overtocht te maken, maar omdat ik geen ponden had, mocht ik met de kaart betalen. De schipper had echter zijn bakje niet bij zich, maar ik mocht gratis mee van de vriendelijke man! Wat een mooie start van de dag.

De route zelf was niet helemaal vlak zoals een koppel Nederlanders vanmorgen tijdens het ontbijt had voorspeld. Nee, het was af en toe toch wat klim- en klauterwerk. Het deed me denken aan de Ardennen, met alle modderige paden en beekjes die ik moest oversteken. Het was wat zwaar, maar het maakte het allemaal spannend, vooral omdat de landschappen zo mooi waren. Het leek soms wel een zwart-wit schilderij, met bergen die in grijs- en beigetinten werden gehuld, terwijl in de verte zelfs sneeuwtoppen zichtbaar waren. En dan, ineens, draaide het pad naar links en stond ik in een groen bos met rode aarde. Het voelde alsof ik in een compleet andere wereld terechtkwam.

Rond 16u30 arriveerde ik in het Tyndrum Inn hotel, waar ik een klein eenpersoonskamertje kreeg. Het was meer dan genoeg voor mij, maar het hotel had één groot minpunt: er was maar één gezamenlijke douche-/badkamer/wc voor tien kamers. Dat was wat minder praktisch. Maar, na de gratis overtocht, was de 2e meevaller van de dag dat ik dacht dat er geen ontbijt bij mijn verblijf was, maar dat bleek toch het geval te zijn. De éénpersoonskamer met gedeelde badkamer incl. ontbijt koste me GBP 50.

lengte: 14,4 km – hoogtemeters: 300m stijgen – 350m dalen

De weersvoorspelling voor vandaag was niet bepaald bemoedigend: de hele dag regen. Toen ik vertrok, was het inderdaad aan het regenen, maar de wind kwam van achteren dus het viel eigenlijk best mee. Al snel stopte de regen en bleef het de rest van de dag grotendeels droog. Af en toe brak de zon zelfs door de wolken, wat alles nog net wat mooier maakte. Ik merkte wel dat het vannacht echt veel geregend en gesneeuwd had, de bergen zagen er nu veel witter uit dan gisteren.

De etappe zelf was niet echt spannend. De eerste 10 km bestond uit hetzelfde keienpad dat bijna de hele tijd rechtdoor ging. Het uitzicht was vrij eentonig en het pad was vlak, dat maakte het wel een beetje saai. Gelukkig werden de laatste 4 km veel interessanter. Daar moest ik een berg over, en het landschap veranderde compleet. Door de regen waren er veel riviertjes die ik moest oversteken, op het einde was het pad zelfs veranderd in een riviertje! Maar gelukkig bleven mijn voeten droog, ondanks de modderige omstandigheden.

Na ongeveer 3,5 uur wandelen, kwam ik al aan in het hotel, rond 13u30. Veel andere wandelaars slaan deze tussenstop over en gaan door tot Kingshouse, wat dan een etappe van 30 km is. Nu ik hier zo vroeg was, vroeg ik me af of het misschien beter was om ook door te gaan, aangezien de route vandaag niet echt zwaar was. Dat is het nadeel om vooraf de overnachtingen vast te leggen, maar deze trail is zo druk dat het zeker aangeraden wordt om het zo te doen.

Het hotel was gezellig, en mijn kamer was prima, maar ik moet zeggen dat het bed niet zo lekker lag als gisteren. Het kraakte nogal en de matras zakte een beetje door. Ook het gedeelde badkamerconcept bleek hier weer van toepassing: één badkamer voor 10 kamers. Gisteren was de badkamer nog best groot, maar deze was wel heel klein. Er was net genoeg ruimte voor een douche, lavabo en wc, maar om je om te kleden moest je bijna in de douche staan of op de wc zitten! Gelukkig had ik het voordeel van een korte etappe, dus toen ik als eerste arriveerde, kon ik heerlijk rustig douchen zonder me zorgen te maken over andere gasten die ook wilden douchen.

Deze kamer met gedeelde badkamer incl. ontbijt kostte me GBP 65.

lengte: 15,6km – hoogtemeters: 310m stijgen – 250m dalen

De dag begon met een heerlijk ontbijt. Geroosterd brood, besmeerd met romige guacamole, bacon, een gepocheerd ei en een puddingsaus die het geheel net die extra smaak gaf. En ja, je leest het goed: dit lekkers had ik in tweevoud gekregen! Mijn dag kon al niet beter beginnen.

De etappe van vandaag was veel mooier dan gisteren. Hoewel het nog steeds een beetje eentonig was met veel rechte stukken over keienpaden, waren de landschappen afwisselender en voelden ze veel wilder aan. Het leek wel alsof ik echt in the middle of nowhere was, tenminste als je alle andere wandelaars weg dacht. Het was veel drukker dan de vorige dagen. Ik geef toch de voorkeur aan die momenten van absolute stilte, met enkel het geluid van mijn stappen en de natuur om me heen.

De eerste helft van de dag was een mooie afwisseling van zon en wolken, maar rond de middag trok de lucht volledig dicht en kreeg ik een flinke vlaag van regen over me heen. Geen probleem, ik had toch mijn regenjas aan en het was maar voor even.

Het was een snelle etappe, en om 12u30 arriveerde ik al in Kingshouse. De check-in zou pas om 15u beginnen, dus ik had wat tijd te doden en besloot in de gezellige bar te wachten. Mijn kamer was nummer 4, bed 1, gelukkig onderaan het stapelbed (na de slechte ervaring in Australië ben ik altijd een beetje huiverig voor het bovenste bed).

Een kwartier nadat ik in de kamer was, kwam een jongeman binnen, vermoedelijk begin dertig. Het was snel duidelijk dat we maar met z’n tweeën zouden zijn in de kamer van 4. Geen enkel probleem voor mij, ik houd wel van de rust.

Dit bed vond ik redelijk duur, GBP 49 voor een gedeelde kamer en gedeelde badkamer. Gelukkig wel incl. ontbijtbuffet.

’s Avonds bestelde ik in het restaurant een lekkere hamburger met een glaasje wijn. Het was er druk, ik had alle tijd om wat verder in mijn boek te lezen.

lengte: 15,6km – hoogtemeters: 410m stijgen – 630m dalen

Vanmorgen was het tijd voor het eerste ontbijtbuffet van de reis, hoewel het niet superuitgebreid was, was er voor elk wat wils. Ik besloot het ontbijt zo lang mogelijk te rekken, want ik had maar 15 km voor de boeg en wilde niet weer om 12u al op mijn bestemming aankomen. Uiteindelijk vertrok ik om 9u40.

De eerste 30 minuten waren niet bepaald magisch. Het begon met een grindweg langs de drukke autobaan, in de mist en miezer. Maar naarmate ik verder liep, draaide het pad weg van de baan en begon het serieus te klimmen. De eerste echte uitdaging van de trail: een berg van 600 meter. Kingshouse ligt op 300 meter hoogte, dus in theorie was het slechts 300 meter klimmen. Maar het was toch steil genoeg om de ‘bergstaptechnieken’ toe te passen! Op de top had je vermoedelijk een heel mooi uitzicht op de vallei maar we zaten helaas in de mist

Toen ik aan de andere kant van de berg kwam… wauw! Het landschap opende zich in een adembenemend uitzicht, het pad werd mooier, de zon brak door, en het werd echt aangenaam warm. Dit was precies waarom ik hier was!

Er waren minder wandelaars dan gisteren, wat ik best fijn vond. Je zag af en toe iemand in de verte, maar het voelde veel stiller, alsof ik helemaal in mijn eigen wereld was. Dat is voor mij het mooiste van solo wandelen: de momenten van volledige stilte, zonder het geroezemoes van anderen.

Het laatste stuk van de etappe was wat minder leuk. Vier kilometer bergaf langs een brede grindweg naar Kinglochleven. Niet ideaal voor de knieën kan ik je zeggen! Maar goed, ik kwam uiteindelijk aan, en precies op dat moment kwam de camionette met de bagage aan – timing is alles, toch? Ik had eerder geschreven dat er twee bedrijven zijn die bagagevervoer regelen, en ja, ze rijden gezellig samen in dezelfde camionette.

Ik sliep deze nacht weer in een hutje, deze keer met twee stapelbedden, helemaal voor mij alleen. In MacDonald Hotel & Cabins. Na aankomst kon ik nog even in mijn t-shirt in de zon zitten genieten van de warmte en het prachtige uitzicht, maar helaas, het weer trok snel dicht en de regen begon weer. Het was wel een moment om even op adem te komen en te genieten van de rust, al was het maar voor 15 minuten.

De slaapplaats is vrij basic, met een paar tentjes rondom de hut. Het moet koud zijn daar ’s nachts, want ik schat dat de temperatuur wel rond het vriespunt ligt. Brrrr! Het sanitair is… speciaal. De douches zitten in een soort aanhangwagen, twee per deur. Er hangt een bordje aan de deur dat je deze goed moet sluiten, anders komt er zomaar iemand naar binnen terwijl je onder de douche staat. Het lijkt wel een soort mini-sauna binnen de doucheruimtes, zo heet! Mijn plastieken haarkapje was bijna gesmolten voor ik klaar was, zo warm was het.

Per hut was het GBP 50 maar zoals op vele plaatsen komt er nog wat extra bij als je lakens en een deken wil, nog 5 pond bij. Geen ontbijt inbegrepen deze keer.

Voor het avondeten besloot ik me opnieuw te verwennen met een hamburger en frietjes!

lengte: 22,8km – hoogtemeters: 570m stijgen – 570m dalen

De dag begon goed, want ik kon het niet laten om een écht Schots ontbijt te nemen. Ik kon Schotland toch niet verlaten zonder die klassieker! Het bord was goed gevuld: aardappelpannenkoek, champignons, witte bonen, black pudding (geen pudding, maar een soort gebakken bloedworst), een spiegelei, bacon, een warme tomaat en een vreemd uitziend stuk vlees dat ze ‘sausage’ noemden, maar het leek totaal niet op een worst. Best wel lekker, maar wat veel!

De wandeling begon met een pittige klim van 250 meter hoogte. Het was stralend weer en al snel was het te warm om met jas en sjaal verder te lopen. Je zag dan ook overal blote benen en armen tevoorschijn komen. Het was druk vandaag, vooral in het begin. Het voelde bijna als een georganiseerde wandeltocht, en sommige mensen hun kwebbel stopte echt niet! Ik heb flink doorgestapt om de kletskousen voor te blijven en gelukkig werd het daarna rustiger. Zeker rond 12u, toen iedereen besloot te stoppen voor de lunch. Dat was mijn moment om in alle stilte van het landschap te genieten. En dat was het zeker waard, want het uitzicht was weer fenomenaal! Veel afwisseling in de paden en een mooie variatie van op en af.

De etappe zelf was pittig. Het was de langste en zeker de zwaarste van de hele tocht. Maar ik heb het goed doorstaan! Om 15u45 kwam ik aan bij het bord dat het einde van de West Highland Way aanduidde. I did it! De voldoening was groot.

Voor ik naar mijn hotel ging, besloot ik nog even rond te lopen in het dorp, op zoek naar het fort, maar het was niet te vinden… of ik was gewoon te moe om het te spotten.

Mijn hotel, Bank Street Lodge, ligt op een heuvel, dus er was opnieuw wat klimwerk te doen. De kamer is klein, maar ok. Het leukste: een eigen badkamer! Dat is toch altijd weer een luxe na een paar dagen in gezamenlijke faciliteiten. Het hotel heeft geen restaurant, en eerlijk gezegd had ik niet veel zin om nog naar buiten te gaan. Gelukkig had ik nog wat sandwiches over van gisteren.

Morgen is het tijd om op mijn gemak naar Glasgow te gaan. Daar kan ik de laatste dag nog wat rondslenteren en het avontuur rustig afsluiten.

Vanmorgen vertrok ik om 9u10 vanuit Fort William met de bus richting Glasgow. Het was een rit van 3u10min en ik genoot nog eens van de prachtige landschappen die ik had gezien tijdens de trail. Het was ook leuk om nog eens langs de hotels te rijden waar ik had overnacht, het gaf me de gelegenheid om alles een laatste keer te herbeleven.

Bij aankomst in Glasgow ging ik eerst mijn bagage droppen in het hotel, en daarna besloot ik een stadswandeling te maken. Glasgow zelf viel me een beetje tegen. De stad heeft niet veel charme naar mijn smaak – veel zwarte, sombere gebouwen die het geheel een ietwat grauwe uitstraling geven. Natuurlijk waren er hier en daar wel wat gezellige straatjes en opfrissingen van oude gebouwen, maar het merendeel vond ik wat vuil en niet zo uitnodigend. Wat de stad wel uniek maakt, is de streetart die op sommige gevels te vinden is. Die kleurige kunstwerken brengen wat leven in de stad. Het was wel weer even aanpassen aan het lawaai en de drukte van het stadscentrum.

Mijn kamer in het Artto Hotel is klein, maar het fijne is dat ik eindelijk weer een dubbelbed heb. Het ligt aan een drukke straat, pal naast een bar waar de muziek zelfs overdag luid klinkt. Ik hoor de beats tot in mijn kamer. Het hotel is ook vlakbij het station en elke keer als een bus of trein voorbij raast, lijkt het alsof het gebouw meebeweegt. Gelukkig heb ik mijn oordoppen bij me, dus ik hoop dat ik vannacht een beetje rust kan vinden, zonder al te veel gedaver.

Na een betere nacht dan verwacht en een ontbijtje die in de prijs van 39 pond inbegrepen was, was het alweer tijd om naar de luchthaven te gaan en huiswaarts te vliegen. Met de bus ben je in +/- 22min. van Glasgow centrum naar de luchthaven. Ik heb het vorige avond geboekt via Rome2Rio.

Het soloreizen was een leuke ervaring en is zeker te herdoen, al brengt het toch ook wat onzekerheden en soms wat stress met zich mee.

Voor de West-Highlandway zou ik aanraden om wat later in het voorjaar te gaan zodat de natuur al wat groener is.