Tanzania

van 23 december 2023 t.e.m. 6 januari 2024

Tanzania stond eigenlijk niet eens zo hoog op mijn bucketlist. Voor de kerstvakantie wilde ik vooral ergens heen waar de zon scheen en de warmte een beetje zou helpen om de winterkoude en werkstress uit mijn lijft te krijgen. Terwijl ik door reismogelijkheden scrolde, viel mijn oog op een reis van Beyond Borders: “Wild Tanzania”. Na mijn ervaring in Zuid-Afrika, leek de kans om opnieuw naar Afrika te gaan verleidelijk. Er waren maar enkele plaatsen meer beschikbaar dus heel lang nadenken kon ik niet. Een week later was het geboekt!

Een maand voor vertrek werd er, door de reisbegeleidster, een Whatsapp groep opgericht met alle deelnemers. Ik hou me daar meestal wat afzijdig in, maar het is wel leuk om al een beetje een inschatting te kunnen maken van de medereisgenoten. Er worden heel wat vragen gesteld tips gegeven, zoals welk soort koffer we best meenemen, of er ter plaatse Shilling kan afgehaald worden, dat het een 2-tal weken kan duren voor je visum goedgekeurd wordt en welke inentingen en malariapillen je best neemt.

Een van de grootste voordelen van het boeken van een groepsreis is de zorgeloze voorbereiding. Alles wordt voor je geregeld: van het vervoer tot de accommodatie en geplande activiteiten. Toch blijven er een paar belangrijke zaken waar je zelf aan moet denken, voor Tanzania was dit het aanvragen van een visum en het regelen van de juiste inentingen.

Het visum aanvragen kan online, op de officiële visumwebsite van Tanzania. Het is verstandig om dit ten minste drie weken voor vertrek te doen, aangezien de verwerkingstijd soms kan variëren. In mijn ervaring verliep dit soepel en was het visum binnen enkele dagen goedgekeurd. De kost voor een toeristenvisum bedroeg in 2023 $50. Tijdens de aanvraag vul je een uitgebreid formulier in met je persoonlijke gegevens en reisplannen, zoals de details van je verblijfplaats. Ook moet je een scan van je paspoort en andere reisdocumenten uploaden.

Voor de inentingen ben ik bij de reiskliniek langsgeweest. Daar bleek dat ik enkel een vaccin tegen Gele koorts en DTP (difterie, tetanus en polio) nodig had. Dit was mijn 2e inenting voor gele koorts en die is nu levenslang geldig. Tanzania is malariagebied wat betekent dat het innemen van malariapillen een must is. Een goede website voor het opzoeken welke vaccins je nodig hebt is wanda.be

Ik nam om 15:15 de trein van Ieper naar Zaventem Brussels Airport. We hadden met de groep afgesproken om elkaar te ontmoeten aan de incheckbalie om 18:30. Mijn timing was perfect: ik kwam rond 17:50 aan, ruim op tijd om nog even op adem te komen.

Toen ik de luchthaven binnen kwam klonk onheilspellend nieuws door de speakers. “Wegens uitzonderlijke omstandigheden kunnen geen vluchten meer vertrekken en dit voor onbepaalde duur”. Ik nam m’n gsm om meer info op te zoeken en op vrtnws las ik dat een spontane staking was uitgebroken van de luchtverkeersleiding en die zou tot 20u duren. Een man kreeg zijn vaderschapsverlof niet…

Gelukkig, na een paar uur nerveus wachten, is de vlucht uiteindelijk toch op tijd kunnen vertrekken om 21:30. Het was een vlucht met veel turbulentie waardoor slapen nauwelijks lukte. Elke keer als ik net in slaap was, kwam er een nieuwe verstoring. Omstreeks 23u bracht de crew het avondeten, om 2:30 een brownie met koffie of thee, en om 3:40 werd de landing ingezet. De overstaptijd was drie uur, midden in de nacht is dit best wel lang. De vlucht van Addis Ababa naar Dar Es Salaam was nog ongeveer 3u, weer weinig slaaptijd dus.

Tegen de tijd dat we landden in Dar Es Salaam was het al 12:35 plaatselijke tijd (2u verschil met België). We werden verwelkomd door een heerlijk warme bries die de vermoeidheid even van ons afblies. Het voelde alsof de reis nu echt begon. We vonden een leuk terrasje buiten waar we de komende 5u zouden spenderen, tijd genoeg om de groep te leren kennen.

Om 19:30 vertrok dan eindelijk de binnenlandse vlucht naar Kilimanjaro Airport, een vlucht van amper anderhalf uur. Daar aangekomen maakten we kennis met de lokale gids Emmanuel, die bracht ons naar het eerste verblijf waar we om 23u aankwamen. Songota Falls Lodge in Rhotia. De gastvrouw had nog een lekkere maaltijd voor ons gekookt. Iedereen was zo moe van het reizen maar toch hebben we uit beleefdheid allemaal mooi ons bordje uit gegeten.

Zalig geslapen! M’n bed kraakte wel enorm, zelf door gewoon mn hoofd te draaien. Na een heerlijk ontbijt begonnen we meteen aan de eerste safaridag! We maakten kennis met de 2 gidsen voor de komende dagen en stapten vol enthousiasme de jeeps in. We mochten geen te hoge verwachtingen hebben zei de gids want het is een dichtbegroeid park, maar we hebben toch mooi ons deel gekregen: veel olifanten, enkele giraffen, vervet apen, bavianen, zebra’s, buffels, impala’s, …

Maar toen was er plots een harde klap, gevolgd door een metalig geratel. We kwamen abrupt tot stilstand. Onze gids/chauffeur stapte uit en onderzocht de jeep: een gebroken vering. We zaten op dat moment tien kilometer van de lunchplek en zo’n 28 kilometer van de parkuitgang. Hij probeerde nog wat verder te rijden op wandeltempo, maar al snel werd duidelijk dat dit geen oplossing was. We zaten vast. De andere jeep was verdwenen en zij hadden de lunch mee. Ook het radiocontact bleek daar niet te werken.

Anderhalf uur later kwam er hulp. Een jeep met rangers passeerde en zij lieten een andere jeep stoppen waar slechtst 2 Italianen in zaten. We zijn overgestapt en die heeft ons naar de uitgang gebracht. Net voordat we de uitgang bereikten, kregen we nog een kers op de taart: diep verscholen in de bomen, goed gecamoufleerd, lag een luipaard te rusten. Met het blote oog nauwelijks te zien maar met de verrekijker en telelens was hij prachtig.

Lake Manyara NP heeft een oppervlakte van 330km² waarvan 230km² het Manyara meer is. Het is bekend om de boomklimmende leeuwen, het meer dat duizenden roze flamingo’s aantrekt, één van de grootste olifantenpopulaties van Tanzania en adembenemende landschappen.

Rond 17u zijn we aangekomen op de kampplaats, Migombani Camp, heel mooi! We slapen met de 4 single vrouwen in een tent. We trakteerden onszelf eerst op een verfrissende duik in het zwembad en daarna hadden onze koks een kerstbarbecue klaargemaakt. Superlekker!! Nog even bij het kampvuur zitten en dan naar bed want morgen een nieuwe dag vol dierenplezier. De gids beloofde dat we veel leeuwen zouden zien.

De safaridag in Tarangire was super! Als snel spotten we de eerste impala’s. Daarna kwamen de pumbaa’s, aapjes, giraffen, en ja hoor, een leeuw met 2 welpjes! Onze gids was fantastisch, terwijl wij genoten van de dieren om ons heen, deelde hij interessante weetjes en verhalen, je kon zien dat hij echt gepassioneerd was. Op een gegeven moment kwamen we bij een kudde olifanten, omringd door minstens tien andere jeeps vol enthousiaste toeristen. Natuurlijk wilden we dichterbij komen voor betere foto’s, maar onze gids bleef rustig staan, iets verder weg. Toen we vroegen waarom hij niet dichterbij ging, zei hij enkel droogweg “no”. En inderdaad, even later zagen we waarom. De hele kudde olifanten begon zich rustig in onze richting te bewegen. Binnen een paar minuten stonden we helemaal omsingeld door deze reusachtige dieren. Zo dichtbij had ik ze nog nooit gezien – en zonder de drukte van andere jeeps om ons heen. Wat een meesterzet van onze gids! Het was magisch, het soort ervaring die alleen iemand met kennis van en respect voor het wild mogelijk kan maken.

Rond 16u begon het te regenen en zijn we wat doorgereden. Net toen we dachten dat de dag niet beter kon worden, eindigden we met een stukje natuurcinema: een groepje jonge olifanten nam een bad en spetterde in het rond, terwijl de volwassen olifanten wat verderop met elkaar in de weer waren, het zag er uit als ruziemaken. Of toch dat is wat wij er van maakten.

Aan het eind van de dag reden we naar de campsite midden in het park, onder de indruk van alles wat we hadden gezien. Helaas kreeg ik later last van maagpijn, die zich ’s nachts uitbreidde tot diarree. Of het nu door de hitte kwam, de lange en vermoeiende reis die nog in mijn lijf zat, of iets in het eten – het was oncomfortabel. Gelukkig maakten de herinneringen aan deze prachtige dag alles een stuk dragelijker. Hopelijk voel ik me morgen weer beter, want ik wil geen moment van het avontuur missen!

Tarangire NP is het 6de grootste nationale park in Tanzania met een oppervlakte van 2600m². Dankzij de Tarangire rivier die door het park loopt is er een grote populatie dieren die er in het droogseizoen komen grazen en drinken rond de oevers van de rivier. Het is de thuisbasis van de grootste olifantenpopulaties in Afrika met verschillende kuddes van wel 300 leden per kudde.

Vanochtend stond er een vroege ochtendsafari op het programma, maar ik voelde me nog steeds te beroerd om mee te gaan. Terwijl de rest van de groep in de jeep sprong, bleef ik in mijn tent om wat extra te rusten. Uiteraard zagen ze net vandaag de koning van de savanne in volle glorie: leeuwen in het ochtendlicht. Gelukkig hebben ze wat foto’s en filmpjes voor me gemaakt, dus ik kon toch een beetje meegenieten.

Na het ontbijt stond ons een lange reisdag te wachten – zes uur rijden naar de volgende kampplaats. Maar zes uur werden er uiteindelijk negen. Na een korte lunch onderweg vertelde de gids dat hij een ‘shortcut’ wist die ons een paar uur zou besparen. Spoiler alert: de shortcut was allesbehalve kort en veranderde in een avontuur op zich. Het ene moment reden we over hobbelige zandwegen, het andere moment doken we diepe sporen in en reden we dwars door kleine Masai-dorpjes waar kinderen ons nieuwsgierig nakeken. Om de beentjes even te strekken stapten we uit bij een kudde giraffen.

Rond 19u bereikten we eindelijk de kampplaats. In the middle of nowhere, aan de voet van de Kilimanjaro. Geen luxe hier – alleen een eenvoudig toilet en een klein gebouwtje waar de koks ons eten zouden bereiden. In het donker moesten we eerst onze tenten opzetten. Daarna verzamelden we rond een klein kampvuur terwijl de koks onze maaltijd klaarmaakten. “Pole Pole”, geen haast, geen schema. Het was inmiddels bijna kwart voor tien toen het eten op tafel kwam.

Na het eten wachtte ons nog een laatste avontuur: een nightdrive door de Afrikaanse bush. Die was niet zo spectaculair als we hadden gehoopt, maar toch had de Afrikaanse nacht een verrassing voor ons in petto. Net toen we dachten dat de rit zou eindigen zonder iets noemenswaardigs te zien, flitste er iets kleins en snels voor de koplampen. Zelfs de gidsen en rangers hadden geen idee wat het was. Het leek wel een kruising tussen een konijn, een kangoeroe en een eekhoorn. Een van de rangers trok snel zijn telefoon tevoorschijn om het op te zoeken. Het bleek de “Springhare” te zijn. Dat moment maakte de hele nightdrive de moeite waard – het pure plezier van een onverwachte ontdekking en het zien van de gidsen, ervaren mannen, zo enthousiast als kleine kinderen.

Rond middernacht keerden we terug naar het kamp en doken we onze tenten in.

De dag begon vroeg, nog voor het ontbijt, met een wandeling in het Kilimanjaro NP bij zonsopgang. Rond 6u20 kwamen de eerste zonnestralen te voorschijn. Na dagen van zitten in de jeep voelde het heerlijk om te bewegen en het landschap te voet te verkennen. Terwijl we door het nog natte gras liepen, zagen we zebra’s en giraffen rustig grazen. Zo dichtbij wandelen tussen deze dieren gaf een magisch gevoel.

de prachtige Kilimanjaro

Mount Kilimanjaro National Park. Dit park herbergt het hoogste punt van Afrika, de slapende vulkanische berg, Mount Kilimanjaro. Dit blijkt de hoogste vrijstaande berg ter wereld te zijn. De top ligt op 5895m boven zeeniveau. Het park is +/- 650km² groot.

Na de wandeling stond er een stevig ontbijt voor ons klaar.

Net toen we wilden vertrekken richting de hot spring kwamen enkele Masai uit de buurt hun eigen gemaakte juweeltjes verkopen.

Met wat vertraging begonnen we aan de rit naar de hot spring, pole pole weet je wel. Het was er heel druk, maar even het koele water in kunnen duiken deed enorm veel deugd. Aan de rand van de hot spring genoten we van de laatste lunch bereid door onze trouwe koks. Zoals altijd was het eten heerlijk.

Met volle magen stapten we weer in de jeep voor de laatste etappe van de dag: anderhalf uur rijden naar de lodge in Moshi. Bij aankomst waren we meteen onder de indruk. De Honey Badger Lodge was prachtig, met ruime kamers, elk voorzien van twee comfortabele bedden. Het zwembad en de aapjes die door de tuin dartelden, gaven de plek een speelse en ontspannen sfeer. Na een heerlijk diner verzamelden we in de bar, genietend van het idee dat we morgen een beetje mogen uitslapen.

Deze fietstocht startte over zandwegen door enkele kleine dorpjes rond Moshi, waar mannen nonchalant op hun moto lagen, blijkbaar hun favoriete tijdverdrijf. Daarna namen we een hobbelige bosweg die ons naar een rijstplantage leidde, waar we kennis maakten met de lokale arbeiders. Met indrukwekkende behendigheid klom één van hen voor ons in een hoge boom en plukte kokosnoten. Met 3 mancheteslagen opende hij de noot en konden we proeven van het kokoswater.

Na deze lekkere pauze reden we verder tot bij de Mvule Tree. Deze imposante boom van ruim 220 jaar oud torende hoog boven ons uit met een stamdiameter van 3m en een hoogte van 51m.

De tocht vervolgde zich tussen treinsporen tot aan een oud treinstation dat nog dateert uit de Duitse koloniale tijd.

Tegen de tijd dat we, uitgeput en bestoft, het centrum van Moshi bereikten, was het ruim voorbij lunchtijd. We streken neer in een lokaal restaurant waar we een gevarieerde maaltijd voorgeschoteld kregen. Hoewel het niet kon tippen aan de maaltijden van onze eigen koks, was onze honger zo groot dat de smaak er nauwelijks toe deed.

Het laatste stuk terug naar de Lodge ging over de geasfalteerde hoofdweg, waar het drukke verkeer langs ons raasde. Wat een contrast met de rust en het avontuur van eerder die dag.

De dag begon vroeg voor de rit van 230 kilometer, samengeperst in een klein busje en bagage op het dak gebonden. De rit duurde ongeveer 6,5 uur, onderbroken door talloze stops om even de benen te strekken.

Aangekomen bij het Kakakuona Resort bleek de naam “Resort” nogal misleidend. Elke kamer had zijn gebreken en comfort was ver te zoeken. De dubbele bedden boden weinig privacy, dus besloot ik voor een kleine 30.000 shilling (€11) een extra kamer voor mezelf te boeken.

Na het inchecken brak het hoogtepunt van de dag aan: een prachtige wandeling van ongeveer 5 kilometer naar Irente viewpoint. We trokken door het dorpje waar het geluid van spelende kinderen op de achtergrond klonk. Het pad leidde ons naar een adembenemend uitkijkpunt, waar we getrakteerd werden op een uitzicht dat je stil deed worden. De dreigende onweerswolken maken het plaatje compleet.

Voor de terugweg kwam het busje ons weer oppikken, en er ontstond een typisch lokaal tafereel: er moesten nog twee extra gidsen bij terwijl het busje al overvol was. Geen probleem, hier geldt het motto: er kan er altijd nog eentje bij. We lachten om de creativiteit waarmee iedereen zich een plek wist te verwerven, hoe krap het ook werd.

Het diner die avond was net zo imperfect als het resort zelf. De frietjes en de ananas waren heerlijk, maar de rest van de maaltijd was een aaneenschakeling van kleine teleurstellingen. Toch kon dit het plezier niet wegnemen. De vermoeidheid, de onvolkomenheden en de onverwachte momenten maakten allemaal deel uit van de charme van het Afrikaanse avontuur.

Na het ontbijt begonnen we vol goede moed aan een tocht waarvan we dachten dat hij 18 km zou zijn. Al snel bleek het parcours langer, namelijk 23 km door de bergen. De steile paden en uitdagende hellingen maakten het een pittige onderneming, maar het adembenemende landschap maakte alles goed. De groene heuvels en verre uitzichten leken onuitputtelijk, en overal langs de weg stonden kinderen ons enthousiast op te wachten voor highfives. Voor hen waren wij net zo’n bezienswaardigheid als zij voor ons. Met een glimlach voelde ik me als een koningin, zwaaiend naar beide kanten alsof ik een royal tour maakte.

De lunch kwam al na 6 à 7 km. De kok maakte een heerlijke salade met veel vers fruit. Dit was de beste maaltijd van de reis tot nu toe.

Vol nieuwe energie gingen we verder door de bergen en valleien met velden vol groenten.

Toen we uiteindelijk, uitgeput en met bezwete gezichten, bij onze logeerplek Boshbaby Homestay & Campingsite aankwamen, bleek die in de middle of nowhere te liggen. Er kwam enige spanning binnen de groep want er waren slechts twee hutten: één met vier bedden en één met negen matrassen in kleine binnententjes. Na wat overleg kregen de vier single vrouwen de hut met vier bedden toegewezen, wat bij ons uiteraard tot grote opluchting en vreugde leidde.

De oudejaarsavond verliep intiem en heel eenvoudig. We verzamelden ons rond het haardvuur met een colaatje in de hand, terwijl de muziek van de fanfare uit het dorp beneden zachtjes tot boven klonk. Om 23.00 uur kroop ik moe maar voldaan in bed, een unieke afsluiting van een druk jaar.

Na een goede, zij het vochtige, nacht en een warm ontbijt van groentesoep, stonden we klaar voor een nieuwe wandeling. Vandaag voerde het pad ons 12 kilometer door een mix van bergen en valleien. De tocht begon met een steile klim naar een hoogte van +/- 1900 meter. Zodra we de top bereikten, werden de paden vlakker of daalden ze geleidelijk af, wat ons toeliet om van de omliggende natuur en de meelopende kinderen te genieten.

De lunch kregen we deze keer pas op de eindbestemming, een nonnenklooster. Daar, omgeven door stilte en eenvoud, genoten we van een welverdiende maaltijd en een korte siësta.

In de namiddag bezochten we een lokale pottenbakster. Het was fascinerend om te zien hoe ze zonder draaischijf potten maakte door zelf rond een grote ton te draaien, waarop de klei lag. Haar vaardigheid en toewijding waren indrukwekkend en lieten zien dat ambacht hier nog steeds in ere wordt gehouden.

Na enkele aankopen om haar werk te steunen en een bedankingsdansje, vertrokken we richting onze volgende slaapplaats, de Magumba View Cottages. Dit bleek een juweeltje te zijn, gelegen op een viewpoint met een panoramisch uitzicht dat alle inspanning van de dag in perspectief plaatste. Wat een verschil met de vorige nachten; dit voelde als een beloning op zich.

Vandaag was de laatste dag van onze driedaagse trekking, hoewel we het er allemaal over eens waren dat die titel de lading niet echt dekte. De ochtend begon met een korte wandeling van anderhalf uur naar een viewpoint, waar we genoten van het adembenemende uitzicht.

Daarna kwam het busje ons ophalen om ons terug naar de lodge te brengen voor de lunch, opnieuw bereid door de jonge kok van twee dagen geleden. Zijn kookkunsten stelden ook deze keer niet teleur; het was een heerlijke maaltijd.

Na de lunch begonnen we aan een wandeling van een uur naar de lodge waar we de nacht zouden doorbrengen. Het pad kronkelde door een schilderachtig landschap en de tocht was prachtig.

Maar toen we de Mambo Viewpoint Eco Lodge bereikten, sloeg de stemming om. De beloofde mooie huisjes waren enkel gereserveerd voor de drie koppels in de groep. De rest van ons, de vrijgezellen, werden ondergebracht in de ‘luxury tents’ die hun naam helemaal niet waard waren. De lampjes werkten niet, de ritsen van de tenten sloten niet volledig, de toiletbril lag los op het toilet (tot mijn hilariteit belandde ik er bijna naast met bril en al), en het doucheputje liep niet door.

Toen we hoorden dat er oorspronkelijk voor iedereen huisjes geboekt waren en dat de eigenaars van de lodge Nederlanders bleken te zijn, groeide de frustratie. We kregen het voorstel van Beyond Borders om terug naar de Magumba View Cottages te gaan maar dan zou de groep gesplitst worden en dat wilden we ook niet. We hebben er nog een leuke avond van gemaakt in het restaurant. Na het doodkloppen van zeker 25 spinnen en het wegvegen van de vele mieren op de matras was ik klaar om de nacht te trotseren.

Na een uurtje of 3 slapen begon de ochtend, zoals gepland, heel vroeg. Om 5u30 kregen we een simpel ontbijt en om 6u30 vertrokken we voor opnieuw een lange busrit. Gelukkig had onze reisbegeleidster een extra busje weten te regelen, waardoor we niet meer als sardientjes in een blik zaten, al was het nog steeds krap genoeg om de benen te voelen tintelen. De kilometers trokken traag voorbij. Rond 15u bereikten we Villa Matalai aan de Indische Oceaan, het contrast met vorige nacht kon niet groter zijn. Het is een prachtige domein langs de zee, met een grote variatie aan kamers. De singles hadden, als compensatie voor de ‘fake luxury tents’ de eerste keuze. Mijn kamergenote en ik kozen voor een ruime kamer op het gelijkvloers met 2 aparte bedden.

De lunch die volgde was verrukkelijk. Na een korte siësta trok ik mijn zwemkleding aan en stapte het zeewater in. Tot mijn verrassing was het water zo warm dat afkoelen een illusie bleek. Toch bracht het een gevoel van ontspanning en rust na de lange dagen van reizen en uitdagingen.

De laatste dag van de reis brak aan en ik was vastbesloten om nog één keer volop te genieten van de zon en de warmte. Een deel van de groep ging de zee op om te snorkelen. Ik ben heel vatbaar voor zeeziekte en daarom besloot ik om aan land te blijven. Wat een heerlijke keuze bleek te zijn.

Onder de stralende zon zat ik met een boek in de hand, het ene moment op het terras, het andere moment in een ligstoel in de tuin, omringd door het zachte geruis van de zee en de geur van zout en zand. Na de lunch gaf ik me over aan een dutje. Ik werd wakker van de avonturiers die terug kwamen van het snorkelen. Dit was het ideale moment voor een lekker, koud wijntje.

Het avondeten was weer een feestje op zich. Het was het perfecte afscheid van een reis vol avontuur, verhalen en onvergetelijke momenten.

Bij de opkomende zon genoten we nog een laatste keer van een heerlijk ontbijt, terwijl de temperatuur een zomerse 25 graden aantikte, en dat midden in de winter. Het was bijna onwerkelijk.

Na het ontbijt was er nog tijd voor een groepsfoto voor we aan de lange rit begonnen richting luchthaven, die bijna tien uur in beslag zou nemen.

Onderweg werden we voortdurend geconfronteerd met politiecontroles die het tempo vertraagden. Ook een kleine aanrijding zorgde voor wat extra vertraging, maar gelukkig was het niks ernstigs. Het zorgde wel voor wat stress bij de chauffeurs. Van ‘pole pole’ was geen sprake meer. Uiteindelijk kwamen we, groggy van de lange rit en de honger, aan op de luchthaven. Klaar voor de lange reis terug naar België.